En hoe gaat dat inmiddels met de moeder?
Ook goed jong, danku.
Neen, serieus. Niet dat ik hier de ego-queen wil uithangen, maar voor mezelf toch even op een rijtje zetten.
Bevallen, ik vond dat dus geen pretje. De nasleep ook niet en dat had ik wat minder verwacht. Het is onvoorstelbaar wel hoe snel je je eigen grenzen overschrijdt. Om het wat plastisch uit te drukken: in no time vond ik het niet erg meer om rond te lopen in een pamper, andere vrouwen/mannen tussen mijn benen te laten kijken, aan een kolfmachine te hangen als een rasechte melkkoe. U wil dat misschien allemaal niet lezen, maar het is wel een realiteit voor vele vrouwen. Ik bespaar u verdere voorbeelden, al kan u die altijd krijgen op aanvraag! De lichamelijke nasleep en voornaamste pijn duurden een tiental dagen (bij mij, bij u was dat misschien anders).
En hoe zit dat dan met de emotsies?
Tja. Ik weet het niet zo heel goed. Ik heb me – naar mijn eigen bescheiden mening – best goed doorheen de moeilijkste periode geslagen. En zoals ik al vaak gemerkt heb in het leven: hoe erger de dingen die je meemaakt, hoe minder zwaar je nadien aan dingen tilt. Ik zag op de kraamafdeling moedertjes over dingen problemen maken, waar ik van dacht: ‘Maar jongens toch, doe eens een beetje normaal’. Ik weet niet zeker of ik het nog nodig had, maar ik kan alweer wat beter relativeren.
Anderzijds bestaat er misschien ook zoiets als teveel relativeren… Ik vrees soms dat ik niet genoeg ‘voel’. Niet diep genoeg, niet hevig genoeg. Als ik verhalen, blogs, emoties van andere moeders lees, dan herken ik me er vaak (nog?) niet in. En dat geeft een vreemd gevoel. Vroeger was dat echt helemaal anders, maar bepaalde gebeurtenissen hebben me wat afgestompt de voorbije jaren. Ben ik te nuchter geworden? Of leidt teveel gewoon tot een blokkade?
Waar ik wel een beetje last van heb, is jaloezie jegens zwangere en pas bevallen vrouwen. Alsof ik er echt niet klaar mee ben. Ik word weemoedig als ik denk aan de dagen in het ziekenhuis zonder babietje, aan de slechte boodschappen van de artsen die mij misselijk maakten, aan de verhuis naar het UZ waar ik me volledig verloren voelde (en het ook was, aan mijn lot overgelaten als ‘gast’ en dan nog bij het begin van het weekend). Ik ben een beetje boos dat het bij iedereen wel zomaar goed lijkt te komen, en bij ons niet. (Ik weet het wel, we zijn niet de enigen, maar het voelt soms zo aan. Het is natuurlijk ook zo dat ik me in een leeftijdscategorie bevind waarin véél wordt bezwangerd en bevallen).
Ik voel een impuls om het opnieuw te doen. Een herkansing als het ware, met wél traantjes van geluk ipv angst, een baby die bij me mag blijven, bezoek waarmee we vrolijk een glas kunnen drinken op het nieuwe leven. Badjes leren geven, doopsuikertjes uitdelen, ondersteund worden in de zorg, na enkele dagen pronkend met de baby naar huis gaan. Het had een positieve gebeurtenis moeten zijn. Ik verbleef in 2 materniteiten tussen verse moeders met kindjes, die bezoek kregen, cadeautjes en ballonnen. Er weerklonk gelach uit de kamers. Mijn hart krimpt nog altijd in mekaar als ik denk aan onze koude, donkere en eenzame ziekenhuisnachten, waarbij mijn lief in de zetel bleef overnachten omdat we beiden toch maar liever niet alleen wilden zijn. Het mag trouwens wel eens gezegd: wij hebben dat goed gedaan samen.
Ach, het is weer zo veel geweest op korte tijd. Waardoor ik het redelijk vlot heb doorlopen, op automatische piloot, om dan blijkbaar achteraf wat last te krijgen van de naweeën. Goed gevonden hé, naweeën. Ahum.
Komt wel goed. En geen nood, die impuls tot herkansing is zuiver gevoelsmatig, mijn ratio houdt dat wel tegen.