Overtuig mij eens, peoples.
Soms lees ik her en der dat jonge moedertjes erg schrikken over de impact van de eerste weken/maanden kraamtijd. Van de intensiteit, de moeite die het kost, de vermoeidheid, het gebrek aan de beruchte roze wolken. Ik las zelfs al op fora: “Waarom heeft niemand mij gewaarschuwd?”. En ik vroeg me af of deze dames op dezelfde aardbol rondlopen als ik.
Ik, ik heb namelijk een beetje last van het tegenovergestelde. Ik hoor ontzettend veel verhalen over hoe zwaar, moeilijk en uitputtend het is. Wat een verschrikking zo’n klein baby’tje kan zijn. Reflux, allergieën, huilbaby’s, vreselijke nachten, wanhoop, structuurloze dagen, isolement… Ik ‘weet’ er onderhand zo wat alles van. Of beter: ik heb er over gehoord, want weten zal ik het pas wanneer Hummeltje effectief ter wereld komt. Het lijkt mij inmiddels een ‘erop of eronder’-operatie. Een meevaller of een tegenvaller. Een tevreden kindje of een kindje dat ergens door geplaagd wordt met alle gevolgen van dien.
Ik ben een gewaarschuwde vrouw, dat staat buiten kijf. Maar ik ben ook een stilaan hoogzwangere vrouw, die door allerlei berichten meer angst ontwikkelt voor wat komen zal dan verlangen naar. De bevalling boezemt mij angst in, maar dat lijkt me behoorlijk normaal. Weinig mensen houden van pijn en ik kan niet zeggen dat ik uitkijk naar een pijn die ik nooit eerder gevoeld zal hebben. Bovendien vertelde een ervaren vroedvrouw me deze week dat kindjes die rechts zitten met het rugje – zoals Hummel – meestal zorgen voor een zware arbeid en moeilijke bevalling. Ze relativeerde het nadien en Hummel kan ook best misschien nog draaien, maar toch sprak haar blik boekdelen. Ik kan niet zeggen dat ik er panisch van word, want ik kan me er toch nog niets bij voorstellen. Maar bemoedigend is het niet. Ook de kraamtijd zie ik inmiddels met gemengde gevoelens tegemoet. Ik voel me nu al zo moe en het is nog niet eens begonnen, denk ik dan.
Begrijp me niet verkeerd: ik ben blij een realistisch beeld te hebben van wat kan gebeuren. Maar ik heb eventjes nood aan wat peptalk. Wat ‘koetsjiekoetsjie’, wat ‘ze zijn ze schattig en zo lief’, wat ‘er gaat niets boven een versch baby’tje’. Want dat is toch ook nog een beetje zo, toch?