overpeinzingen

De politie, onze vriend.

Weet u, wij wonen hier op een nogal riskante plaats. U kent dat wel, het is hier erg rustig, maar tegelijkertijd ook gewoon geweldig vlakbij de E40. Wie daar zin in heeft kan hier op het gemakske wat huizen leeg roven, en enkele minuten later al tientallen kilometers van hier verwijderd zijn. Want die E40, die brengt u overal. Helaas is het dan ook al meer dan eens gebeurd, datgene wat ik net beschreef. Zelfs bij onze eigenste buren.

Het maakt een mens wel wat alerter. Bovendien is hier vlakbij een veiling en een kleinschalig shoppingcenter, reusachtige parkings inclusief. Parkings die ’s nachts leeg, donker en verlaten zijn. En daardoor uitnodigen tot allerlei – euhm – aparte activiteiten. Ik weet al langer dan vandaag dat het menselijk wezen geen heilig boontje is en mag dat hier regelmatig eens bewezen zien. Spannende dates tussen sjieke heren in BMW’s en blonde dames in BMW’s die ze van hun echtgenoot hebben gekregen, maar die blijkbaar niet volstond om alle behoeftes te stillen. Dames en heren die bij mekaar in de wagen kruipen, innig zoenen, afscheid nemen en beiden zo onopvallend mogelijk terug naar de eigen auto spurten. Jongeren die de auto van papa eens hebben mogen lenen en het da bomb vinden om een half uurtje de banden te testen door tegen kweetniethoeveelper uur in het rond te scheuren. Als het sneeuwt dan is dat dubbel fun, want dan kunt ge ook glijden. Allez, u snapt het wel, entertainment is hier zelden ver te zoeken.

Gisteren keken wij naar Green Wing (su-per!) en zag ik dat er af en toe lichten onze woonkamer binnen schenen. Dan weet ik al ongeveer hoe laat het is. Wij kijken namelijk uit recht op de parking. En ja hoor, een auto die rondjes reed op de parking, om kwart voor 12 ’s nachts. Gewoon rondjes. HEEL DEN TIJD. Na 3 kwartier begonnen we dat naast vervelend ook wat verdacht te vinden en belden we de politie op. Ze zouden *misschien* wel eens langskomen, zeiden ze. Nu begrijp ik dat er ongetwijfeld grotere prioriteiten zijn, dus ik stoorde er me niet aan. Het lief, dat is een vent, die wel. Maar ik stoorde me daar dan weer aan, dus we hadden gelukkig allebei een bron van ergernis. Leute op vrijdagnacht! Plots kwam er een 2e wagen bij, werd er uitgestapt, overlegd. Wagen 1 reed wat later weg en wagen 2 nam het rondjes rijden over. Wij belden opnieuw onze vrienden, de polities op. De centrale wist ons te vertellen dat er een combi in de buurt was en dat die zeker zou komen. Bon, goed zo, dacht ik, in de hoop dat ik stilaan mijn bed zou kunnen opzoeken en dat het lief zou stoppen met zeuren. Maar dat gebeurde niet. Want onze vrienden, die kwamen niet. Nog een uur later verdween ook wagen 2 en gingen wij naar bed. Lief verschrikkelijk gefrustreerd door onze vrienden, ik door lief en zijn gezeur. Gezellig was dat jong, echt waar.

En ik zweer het u, ik heb ze de hele tijd verdedigd. Dat hij niet zo marginaal moest doen (om 1u ’s nachts word ik wat minder subtiel), met flauwe stellingen à la “’t Is weer wat laat ze, ze zullen geen goesting hebben!” of “Als ge die nodig hebt, dan ziet ge ze niet hoor!”. Want ik heb in mijn jobs redelijk wat met politiemensen te maken gehad, en heb altijd vastgesteld dat de clichés echt niet kloppen. Ik had vaak medelijden met die gasten. Een jongere die het voor de 50e keer nodig vindt om weg te lopen maar weer eens gaan zoeken, om dan nadien van het engeltje in kwestie meestal nog iets in de trant van “stomme vuile flik” toegeworpen te krijgen. ’t Is maar 1 voorbeeldje, maar geloof me, zo zijn er wel meer. En over het algemeen vind ik hun interventies best snel en efficiënt. Zo waren wij een keer ’s nachts niet thuis, en hoorde de buur (ook wel mijn broer) lawaai in de keuken. Gezien de voorgeschiedenis belde hij hen op, en ze zijn toen onmiddellijk gekomen. Dat het mijn hond was die een stoel van de tafel had gegooid, dat was achteraf bekeken misschien een beetje beschamend, maar ik vond hun goeie aanpak zeer geruststellend. Ik heb hen zelf verder nog nooit opgebeld, ben helemaal niet paniekerig aangelegd, maar het is aangenaam om te weten dat je op diensten kan rekenen als het nodig is.

Maar gisteren, jongens, vrienden, laat ons dat misschien vergeten. Geen dingen beloven die niet waar zijn, dat is niet schoon. Zeker niet ’s nachts tegen een bezorgde zagende vent en een meiske dat verveeld wacht op verlossing om naar haar bed te kunnen. En dat er deze nacht weer 1 of ander duister zaakje succesvol is verlopen, tja, dat nemen we er ook maar bij.

Reacties uitgeschakeld voor De politie, onze vriend.